“Je zet zoveel kracht, zelfs als het helemaal niet nodig is.”
Een opmerking van mijn gitaarleraar. Die opmerking had duidelijk betrekking op mijn gitaarskills. Ik heb enigszins moeite met het vinden van de juiste druk. Óf ik druk te zacht waardoor het niet klinkt, óf ik druk te hard waardoor ik de snaren bijna dóór de hals duw, de blaren spontaan op mijn vingers groeien en ik de hals van mijn gitaar bijna afbreek. Niet echt efficiënt, i know.
We maken er nu nog wel eens een grapje over, mijn gitaarleraar en ik. “Wow! Story of my life, ….psycholoog, wie heeft die nou nodig? Gitaarlesje doet ook wonderen!” was mijn eerste reactie.
Krampachtig met klamme handen en mijn tong uit mijn mond, probeer ik keihard die akkoorden op de juiste telling, met een coole slag te laten grooven. Mijn gitaarleraar hoor ik luchtig zeggen dat dit zo niet gaat werken. En ik bedenk me dat ‘ie daar wel eens een punt zou kunnen hebben.
Ik droog mijn handen aan mijn broek, trek mijn tong weer eens naar binnen en gebruik de hele zitting van de stoel in plaats van slechts de voorste 5 centimeter. Een stuk chiller pak ik mijn gitaar weer goed vast en probeer weer mee te spelen met de muziek die opstaat. En ik word me ervan bewust dat het nu misschien wel beter gaat dan toen ik het deed op volle kracht.
Soms helpt keihard je best doen niet het best. Soms helpt even chillen en opnieuw proberen beter. Wat mij betreft geldt dat niet alleen voor het leren gitaar spelen, maar ook voor het leren leven.
Door keihard m’n best te doen en soms ook even iets minder, door keihard te pushen en het soms ook even te laten vieren, door me krachtig over iets uit te spreken, maar soms ook alleen te luisteren, leer ik.
Kracht is krachtig, maar efficient ingezette kracht is nog krachtiger, denk ik zo.
Een mooie zoektocht met veel verschillende akkoorden, tokkels en slagen, waarin ik steeds weer nieuwe vormen van kracht leer kennen en waarmee ik de hals van mijn gitaar langzaam steeds iets meer met rust weet te laten.
Leef!