Tijdens mijn superleuke weekendje in Nederland laatst, postte ik een blog over wat ik hier in Zweden allemaal zou kunnen/moeten doen. Een heel alfabet vol goed bedoelde adviezen van anderen (bijvoorbeeld tegen vereenzaming en verveling) en mijn eigen antwoorden op mijn eigen én andermans verwachtingen (die ik waarschijnlijk vooral zelf creëerde in mijn hoofd).
Die blog schreef ik al eerder, maar op dat moment, vanuit Nederland, voelde het posten opeens op zijn plaats. Ik voelde namelijk soms oordelen over de invulling van mijn huidige leven, het voelde soms alsof ik me moest verdedigen of verantwoorden. Ik weet zeker dat niemand mij dit gevoel heeft willen geven en dat dit gevoel mogelijk meer te maken heeft met mijn eigen perceptie dan met die ander.
Als jonge, intelligente vrouw (ja, intelligent, ik denk wel dat ik dat ben én ik noem mezelf een vrouw… voelt gek, meisje dan..?! Dus!) wordt er van je verwacht dat je werkt. Het liefst fulltime, zeker als je geen kinderen hebt, met een duidelijke functie en in een herkenbare bedrijfstak, en zodat je kunt voorzien in je eigen levensonderhoud, je onafhankelijk bent.
Mijn fulltime baan als logopedist op een school paste precies in dit plaatje.
Een aantal jaar geleden dacht ik precies hetzelfde over wat werken is voor jonge mensen. Dat is achteraf ook één van de redenen waarom ik begin vorig jaar, terwijl mijn lichaam mij schreeuwend in een luidspreker mededeelde om daar toch maar even mee te stoppen, gewoon bleef door werken in de hoop dat alles wel overging met de zoveelste antibioticakuur. Als jonge vrouw werk je gewoon. Zeker als je van je werk houdt, er goed in bent en je werk je voldoening geeft.
Nu denk ik daar wel wat anders over. Ik was het altijd al eens met de stelling:
“Ik werk om te leven, maar ik leef niet om te werken”
Maar nu voel ik dit sterker. Voor mij is werk niet de enige of belangrijkste weg naar een voldaan gevoel aan het eind van de week, ik hoef niet, volgens de standaard invulling van het begrip werk, te werken om me goed te voelen, mijn identiteit te kunnen bepalen of me sociaal actief en nuttig voor de maatschappij te voelen.
(Het) Leven is leuk en werken is daar een onderdeel van, maar hoeft wat mij betreft niet het grootste en belangrijkste onderdeel te zijn.
Ik hou ervan mezelf te ontwikkelen, anderen te helpen en bezig te zijn, maar zie ook dat anno 2016 ‘werken’ een andere invulling kan krijgen.
Werk is soms niet betaald, daarom heet het vrijwilligers werk of misschien zelfs investeren. Werk is soms niet een 9 tot 5 baan, daarom bestaat er bijvoorbeeld ‘het nieuwe werken’ en functies zonder een vaststaand aantal werkuren in een contract. Werk is niet meer alleen op kantoor, want ‘digital nomads’ werken all over the world.
En begrijp me niet verkeerd, ik weet dat ik in een situatie verkeer -mede mogelijk gemaakt én dik gesteund in deze keuze door mijn allerliefste lief– die mogelijk niet voor iedereen is weggelegd, waarin ik de vrijheid voel niet op zoek te hoeven naar een ‘gewone’ baan.
En nee, ik heb ook zeker niet het idee dat eeuwig ‘thuis zitten’ mij een fijner, beter, rijker mens maakt. Maar dat is naar mijn idee ook precies waar ik denk dat het onbegrip en de oordelen ontstaan, als het gaat om wat ik doe.
Het feit dat ik geen betaald werk doe van 9 tot 5 op een kantoor, betekent niet dat ik niets doe.
Ik kom denk ik zelfs dat met wat ik wél doe, ik steeds dichter bij wat ik écht wil kom, bij iets totaal anders dan wat ik deed en wat ik eigenlijk ook best goed kan en bij wat ik nu denk, dat ik het liefst altijd zou willen doen. Dat past binnen geen enkele functiebeschrijving en er hangt geen salarisschaal aan vast, maar is voor mij van onschatbare waarde.
Mijn Leven is mijn werk, mijn levenswerk!
Ik heb lief. Ik sport. Ik studeer. Ik leer. Ik geniet. Ik lees. Ik ontmoet. Ik schrijf.
Ik ontdek. Ik deel. Ik inspireer. Ik ben.Ik LEEF!